Bedragen x 1.000
Rekening 2021 | Primitieve begroting 2022 | Actuele begroting 2022 | Rekening 2022 | Verschil Act. begr./Rek. 2022 | ||||||
Lasten | 20.751 | N | 50.064 | N | 56.966 | N | 53.577 | N | 3.389 | V |
Baten | 16.985 | V | 38.437 | V | 31.927 | V | 31.916 | V | 11 | N |
Storting reserve | 9.323 | N | 34.651 | N | 27.256 | N | 25.754 | N | 1.502 | V |
Onttrekking reserve | 8.413 | V | 37.953 | V | 43.124 | V | 39.317 | V | 3.807 | N |
Resultaat | 4.677 | N | 8.326 | N | 9.171 | N | 8.098 | N | 1.073 | V |
Veluwse poort: Spoorzone en Parklaan € -
Alle baten en lasten voor zowel de projecten Spoorzone en Parklaan worden met de betreffende reserves verrekend. Het resultaat loopt daarmee neutraal in de exploitatie. Op de lasten en baten zijn er wel verschillen tussen begroting en werkelijkheid. Deze worden veroorzaakt door:
- Spoorzone: De investeringen vinden momenteel plaats binnen "het spoorse contract - Contract 1". Dit contract ligt bij Prorail en wordt door middel van facturen aan Ede verrekend. Er is € 1,5 miljoen minder gefactureerd dan begroot. Een relatief gering verschil op de uitgaven van € 35,8 miljoen in 2022. Daarnaast is de bijdrage van NS voor het commerciële vastgoed van € 1,44 miljoen verplaatst naar 2023 omdat deze samenhangt met de start bouw van de commerciële voorzieningen.
- Parklaan: Vertraging in de aanleg van de Parklaan leidt er toe dat € 3,4 miljoen minder is uitgegeven in 2022 dan begroot. De voortgang van de Parklaan wordt uitgebreid behandeld in de paragraaf Grote Projecten.
- Parklaan en Spoorzone: Om te voldoen aan de uitgangspunten vanuit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), is besloten om de ontvangen bedragen van derden waar nog verplichtingen uit volgen vanuit de reserves naar de verplichtingen op de balans te boeken. Het betreft een neutrale boeking van circa € 3,7 miljoen.
WFC € 249.000 V
Voorstel tot resultaatbestemming € 249.000 N
De gemeenteraad heeft in 2019 € 6 miljoen beschikbaar gesteld voor de realisatie van de WFC Experience. Dit budget wordt in de vorm van een subsidie aan de Stichting WFC Experience uitgekeerd. Tot op heden is een voorschot en twee tranches van de subsidie uitbetaald, tezamen voor € 2,4 miljoen. Belangrijke voorwaarden voor de uitbetaling van de resterende delen van de subsidie zijn een succesvolle aanbesteding van het vastgoed en een sluitend financieel dekkingsplan.
In de begroting 2022 zijn de subsidiebedragen verwerkt zoals deze in de beschikking zijn opgenomen. Aangezien in 2022 niet meer aan de genoemde subsidievoorwaarden kon worden voldaan, is de uitbetaling van de subsidie opgeschort. Over 2022 is enkel het termijnbedrag van januari 2022 uitbetaald. Ten opzichte van de begroting komt hierdoor een onderbesteding tot uitdrukking van € 2,9 miljoen.
De subsidie uitgaven worden gedekt vanuit de reserve Investeringsfonds Impuls Ede. Tegenover de onderbesteding staat dan ook een lagere onttrekking uit deze reserve, waardoor deze per saldo neutraal in de programmarekening is verwerkt.
Daarnaast komt in de programmarekening een voordeel van € 249.000 tot uitdrukking als gevolg van de vergoeding van historische kosten door de stichting WFC Experience. Na oprichting van de stichting zijn er kosten door de gemeente voorgeschoten, vooruitlopend op het verkrijgen van een bankrekening voor de stichting. Deze door de gemeente vooruitbetaalde kosten waren oorspronkelijk uit de reserve onttrokken. We stellen u voor om € 249.000 toe te voegen aan de reserve Investeringsfonds Impuls Ede. Door het ontvangen bedrag weer aan deze reserve toe te voegen blijft het volledige subsidiebedrag van € 6 miljoen in de reserve gedekt.
Het college van B&W heeft in september 2022 ingestemd met het verzoek van de stichting WFC-Experience om uitstel te verlenen voor het indienen van een sluitend dekkingsplan tot 1 juni 2023. In december 2022 heeft de Raad van State het bestemmingsplan voor de Experience vernietigd. In dat kader worden momenteel verschillende scenario’s voor de Experience onderzocht. Deze scenario’s variëren van alternatieve plannen voor de Experience tot stoppen van de Experience.
Bijdragen van Rijk en provincie € 590.000 N
In de begroting 2022 is rekening gehouden met bijdragen van Rijk en provincie op de grote opgaven. Deze opbrengsten zijn in werkelijkheid niet volledig gerealiseerd. Enerzijds vanwege het niet realiseren van een regeling met de provincie over woningbouwversnelling. Deze specifieke afspraak ging uiteindelijk niet door, omdat de provincie de ontwikkelingen bij het Rijk wilde afwachten. Individuele projecten die voldeden aan de subsidievoorwaarden zijn wel ingediend. Daardoor is van de begrote bijdrage voor woningbouwversnelling van € 300.000 uiteindelijk € 120.000 ontvangen: een nadeel van € 180.000. Daarnaast werd ook voor het landelijk gebied een bijdrage verwacht. Deze is in 2022 niet ontvangen vanwege vertraging in de besluitvorming op rijksniveau en zorgt voor een nadeel van € 410.000.
Het tekort over 2022 laat de financiële afhankelijkheid van de gemeente in de grote opgaven zien, aangezien de feitelijke bijdragen vanuit hogere overheden gedeeltelijk nog zijn uitgebleven en bedragen bovendien nog onzeker zijn. We verwachten dat dit risico in 2023 kan blijven bestaan, ondanks intensieve afstemming met provincie en Rijk. We verwachten meer duidelijkheid vanuit het Rijk in de verdere uitwerking van regelingen en bij de meicirculaire 2023. Indien specifieke rijksmiddelen over 2022 alsnog worden ontvangen, zullen deze met de algemene reserve worden verrekend.
Facilitaire plannen (Act. 2022 € 300.000 N) € 421.000 N
Ook in 2022 hebben we werkzaamheden uitgevoerd voor ruimtelijke plannen van particuliere initiatiefnemers. De aanwijsbare kosten die we hiervoor maken, verhalen we op deze initiatiefnemers. Over 2022 resteert (na aftrek van subsidies en bijdragen) een tekort op de begroting van € 421.000. Dit betekent dat 35% van de gemaakte kosten niet gedekt is.
Het tekort wordt enerzijds verklaard vanuit de (reeds gemelde) ongedekte inzet voor het ENKA terrein (€ 132.000). Ook zijn over 2022 meerdere actuele plannen (onder andere BT De Stroet, Wethoudersbuurt, Hollandse Linde, Paardenwei Lunteren) niet volledig dekkend (€ 150.000). De versnelde afschrijving van in het verleden gemaakte voorbereidingskosten voor de facilitaire ontwikkeling De Westzoom zorgen voor een incidenteel tekort (€ 139.000) en een groter tekort dan verwacht over 2022 bij de actualisatie (PB 2023).
Het tekort kent in grote lijnen een vergelijkbare omvang met voorgaande jaren. De marktomstandigheden in de praktijk laten zien dat facilitaire plannen de laatste jaren complexer worden en niet altijd volledig dekkend meer kunnen zijn. Daarmee ontstaan voor de gemeente ook financiële risico’s. We krijgen als overheid een steeds grotere rol en groeiende ambities in de woningbouwopgave. Kijkend naar de schaalsprong welke Ede ondergaat en de inzet op bewonersparticipatie hierbij, verwachten we een steeds grotere benodigde inzet op concrete producten die voortkomen uit de omgevingsdialoog, bezwaarprocedures met betrekking tot bestemmingsplannen, afwikkeling van WOO verzoeken etc. Deze kosten kunnen nauwelijks worden verhaald op ontwikkelaars waardoor de laatste jaren financiële tekorten ontstaan. We beschouwen de gedane inzet als investering om bij te blijven dragen aan onze maatschappelijke opgave voor woningbouw.
We blijven ons inspannen om onze bedrijfsvoering te verbeteren en gemaakte uren waar mogelijk - in redelijkheid - terug te halen en onderzoeken in hoeverre het noodzakelijk is om alsnog structurele middelen op te nemen in de begroting.
Implementatie Omgevingswet (Act. 2022 € 1.170.000 V) € 1.360.000 V
Voorstel tot resultaatbestemming € 160.000 N
In 2022 is gewerkt aan het voorbereid zijn op de implementatie van de Omgevingswet per 1 januari 2023. De implementatie is opnieuw uitgesteld waardoor een gedeelte van de werkzaamheden doorschuift naar 2023. Inmiddels heeft de Eerste Kamer ingestemd met de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024. Wij stellen u voor om € 160.000 over te hevelen naar 2023 door deze toe te voegen aan de Reserve Overlopende verplichtingen.
Gemeente Ede heeft bijdragen van het Rijk ontvangen ter hoogte van € 1,2 miljoen ter dekking van de transitiekosten die gemeenten hebben gemaakt in aanloop naar de invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Omdat deze middelen een compensatie betreft van kosten die Ede eerder heeft gemaakt ten laste van de algemene middelen, kunnen deze middelen nu vrijvallen.
Omgevingsvergunningen en bestemmingsplannen (Act. 2022 € 800.000 V) € 475.000 V
In 2022 hebben we een voordeel op de opbrengsten van de leges voor omgevingsvergunningen en bestemmingsplannen van circa € 1.2 miljoen. Dit voordeel wordt met name veroorzaakt door hogere opbrengsten als gevolg van een toename van aanvragen. Daarnaast leidt de stijging van de bouwkosten tot een verhogend effect op de opbrengsten omdat de leges zijn gekoppeld aan de bouwkosten. De hogere aantallen hebben ook geleid tot een stijging aan de kostenkant van circa € 725.000. Per saldo een voordeel van € 475.000. Overigens blijft het verloop van de aanvragen voor bouwvergunningen en bestemmingsplanwijzigingen moeilijk te voorspellen.
Landschapsfonds (Structuurvisie buitengebied) € -
De ontvangsten met betrekking tot functiewisselingen bleven met € 60.000 achter ten opzichte van de raming. Dit heeft geresulteerd in een overeenkomstige lagere storting in de reserve landschapsfonds. Om een stijging van de ontvangsten te realiseren is een aanpassingen van de uitgangspunten van het landschapsfonds nodig zodat we zorgen voor meer kostendragers. Dit wordt gekoppeld aan de uitwerking van de omgevingsvisie. Daarnaast zijn er kosten gemaakt ter hoogte van € 250.000 voor een aantal projecten waar bijdragen van andere gemeenten of de provincie tegenover staan. Deze kosten hebben met name betrekking op de gebiedsontwikkeling in het Binnenveld. Per saldo heeft dit een neutraal effect op het resultaat.
Gebiedsontwikkeling De Ginkel € -
In de Programmabegroting 2023-2026 heeft u middelen beschikbaar gesteld voor de gebiedsontwikkelingen De Ginkel met als dekking de reserve cofinanciering. De gemaakte kosten in 2022 en de daarbij behorende onttrekking uit de reserve cofinanciering bedragen € 300.000. Conform de gebruikelijke systematiek zijn de intensiveringen 2022 uit de Programmabegroting 2023-2026 niet verwerkt via een begrotingswijziging.