In deze paragraaf wordt ingegaan op het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Meer concreet gaat het om financiering van de uitvoering van ons beleid tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden, zorgen voor voldoende liquide middelen, goed beleggen van tijdelijke overschotten en het daarbij afdekken van rente- en kredietrisico’s.