De begrotingsrechtmatigheid wordt bezien binnen het totaal van een programma. Volgens het Platform Rechtmatigheid behoeft alleen de lastenkant in de rechtmatigheidstoets voor het begrotingscriterium betrokken te worden. Het normenkader is daarop ingericht. Blijven de lasten binnen het totaal van het programma, dan zijn deze rechtmatig. De programma’s 1 ‘Maatschappelijke voorzieningen’ en 3 ‘Individuele ondersteuning’ vormen hierop een uitzondering. Hier vindt autorisatie door de raad plaats op productgroepniveau.
Uit het overzicht van gerealiseerde baten en lasten komt voor een aantal programma’s/productgroepen een overschrijding van de lasten naar voren. De overwegingen ten aanzien van begrotingsrechtmatigheid zijn per overschrijding opgenomen. Met het vaststellen van de programmarekening wordt ook ingestemd met de begrotingsoverschrijdingen. Derhalve tellen ze niet als fout mee in het oordeel van de accountant over de rechtmatigheid.
Productgroep Sport
Past binnen het bestaande beleid en wordt gecompenseerd door direct gerelateerde baten.
• De overschrijding is als gevolg van subsidieverstrekkingen specifieke uitkeringen IJsbanen en Zwembaden (€ 95.000) en wordt gecompenseerd door direct gerelateerde baten van het Ministerie van VWS (€ 95.000).
Productgroep Maatwerkvoorziening
Past binnen het bestaande beleid en wordt gecompenseerd door direct gerelateerde baten.
• De overschrijding als gevolg van kosten voor de gemeentelijke en particuliere opvang van vluchtelingen uit Oekraïne (€ 9.100.000) wordt gecompenseerd door direct gerelateerde baten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Productgroep Inkomensvoorziening
Past binnen het bestaande beleid en er is sprake van een open-einde regeling.
• De overschrijding als gevolg van verstrekking van bijstandsuitkeringen (€ 260.000) betreft een open-einde regeling.
• De overschrijding als gevolg van handhaving TOZO (€ 115.000) wordt gecompenseerd door hieraan gerelateerde baten.
Programma Bestuur & Organisatie
Passen binnen het bestaande beleid en wordt gecompenseerd door direct gerelateerde lagere lasten op andere programma’s baten dan wel er is sprake van een open-einde regeling.
• De overschrijding op personeelskosten (€ 937.000) is terug te voeren op de ingevoerde verplichting om een voorziening verlofsparen op te nemen.
• Het verschil tussen de werkelijk betaalde rente en de aan de producten doorbelaste rente (renteomslag) is door de BBV gemaximeerd. Het op basis van de BBV te veel doorbelaste bedrag (€ 600.000) is alleen op rekeningbasis ten laste gebracht van het product Financiering. Hiertegenover staan voordelen verspreid over meerdere producten op andere programma’s. Voor de hele rekening is dit een budgettair neutrale mutatie.
• De overschrijding op dienstverlening (€ 74.000) is terug te voeren naar de toegenomen vergoeding van stembureauleden (toename politieke partijen) en Regelgeving omtrent veiligheid. De raad heeft hiervoor vanaf 2023 structureel € 90.000 extra middelen beschikbaar gesteld (open-einde regeling).
• De overschrijding op belastingen (€ 147.000) voor proceskostenkostenvergoedingen betreft een open-einde regeling.
• De overschrijding op vastgoed (€ 363.000) wordt veroorzaakt door kosten die verband houden met opbrengsten. Huurinkomsten en verkopen liggen ruim boven begroting. Voor deze opbrengsten zijn echter extra werkzaamheden noodzakelijk gebleken. Onder meer de gevolgen van het Didam arrest hebben gezorgd voor procedures waarin objecten breed in de markt gezet moeten worden. 1 op 1 gunning is niet meer mogelijk, de nieuwe procedures zijn echter tijdrovend en vragen veel extra juridische expertise.
• De overschrijding op vastgoed voor (storm)schade en afboekingen (€ 144.000) betreft een open-einde regeling. De afboekingen betreffen noodzakelijke afboekingen in de commerciële portefeuille, hier mag marktwaarde niet onder boekwaarde liggen.